IT-efficiëntie door geconvergeerde infrastructuur

Discussie –

0

Discussie –

0

Het idee van geconvergeerde infrastructuur draait om het samenstellen van één geoptimaliseerd IT-pakket door verschillende componenten samen te voegen om aan de huidige zakelijke behoeften te voldoen. Volgens HP voldoet geconvergeerde infrastructuur aan deze behoeften “door opslag, servers, netwerken, en beheer samen te brengen – eenvoudig ontworpen om als één geheel te werken.” Het eindresultaat is interoperabiliteit van IT-componenten met behulp van resourcepools gebaseerd op een gemeenschappelijk platform. Convergentie omvat alle doelbronnen in één keer, niet stapsgewijs.

Netwerkprestaties, ondersteund door uniforme applicaties en bronnen, zijn cruciaal om infrastructuurconvergentie te laten werken; dit geldt vooral voor convergentie in een virtuele omgeving. Virtualisatie is, zoals de experts ons vertellen, het startpunt van convergentie. Er is een interessante observatie over de relatie tussen netwerken en convergentie: hoewel het netwerk een doel kan zijn voor convergentie, is het tegelijkertijd het “verbindende weefsel” dat de fysieke bronnen bindt aan de centrale abstractie waarop virtualisatie is gebaseerd.

Succesvolle convergentie hangt echter ook af van andere factoren, zoals de voortdurende evolutie van NaaS (Network as a Service, een clouddienst) en SDN (software-defined networking).

Infrastructuurconvergentie kan worden bereikt op netwerk- en cloudniveau. Sterker nog, de evolutie van de cloud heeft geholpen om het idee van volledig geconvergeerde infrastructuur werkelijkheid te maken. De cloud creëert de behoefte aan abstractie van bepaalde IT-componenten zoals servers, opslagsystemen en netwerkverbindingen tot virtuele bronnen. Gebruikers beheren deze virtuele abstracties via API’s (application programming interfaces). Via het netwerk verdelen de API’s bronnen uit een pool van verschillende hardware-elementen naar applicaties.

NaaS is een concept gebaseerd op twee netwerkmissies die door de cloud zijn gecreëerd: ten eerste, het verbinden van de items die samen de cloud vormen: applicatie-, reken- en opslagelemeneten; en ten tweede, het ondersteunen van de connectiviteit die applicaties nodig hebben.

SDN is een dienst om de behoefte aan NaaS te ondersteunen. Er zijn drie benaderingen van SDN ontwikkeld: virtueel overlay-netwerk (ook bekend als SDN-overlay-netwerk), centraal beheerd SDN, en niet-centraal beheerd SDN.

Eenvoudig gezegd, het virtuele overlay-netwerk stelt NaaS in staat om een traditionele VPN (virtueel privénetwerk) te vervangen. Dit is ook een multi-tenant model met gepartitioneerde diensten voor alle gebruikers en applicaties.

Centraal beheerd SDN maakt het mogelijk dat een softwarecontroller met behulp van het OpenFlow-protocol netwerkverkeer beheert door passende regels in elk apparaat te creëren. Alle aspecten van verkeersbeheer en connectiviteit worden aangestuurd door software.

Het niet-centraal beheerde SDN-model streeft ernaar de voordelen van op OpenFlow gebaseerde SDN te bereiken zonder de last van een controlefunctie die alle verbindingen en verkeer aanstuurt. In plaats van te focussen op veranderingen in netwerktechnologie, geeft dit model de voorkeur aan API’s voor softwarebeheer. Door voort te bouwen op huidige netwerkpraktijken en -protocollen, kan dit model bestaande netwerkapparaten convergeren naar toekomstige SDN’s.

Marktobservatoren hebben aanwijzingen opgemerkt dat een uniforme SDN die de drie genoemde modellen omvat, al in de maak is.

Marco Tiggelaar

– Founder of ICT Shift & FuseCP.
– More then 20 years of experience with Windows high availability and Microsoft Exchange.
– More then 20 years of experience with Linux and Unix.
– Open source enthusiast and a large contributor for multiple large Open Source projects.

My current main focus of attention is Geo-Clustering and BGP Routing.

0 reacties

Misschien vind je dit ook leuk